Onlangs werd de arbeidsovereenkomst tussen Hogeschool Inholland en een van haar medewerkers beëindigd vanwege een ernstig verstoorde arbeidsrelatie. De medewerker, die sinds 1 september 2019 werkzaam was als 'docent 2' bij het domein Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI), was betrokken bij vermeende serieuze klachten over grensoverschrijdend gedrag. De langdurige conflicten en onsuccesvolle pogingen tot verzoening leidden uiteindelijk tot een gerechtelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De vermeende klachten, afkomstig van studenten en een vrouwelijke collega die anoniem wenste te blijven, kwamen aan het licht in november 2021. Inholland nam aanvankelijk praktische maatregelen om directe samenwerking tussen de werknemer en de collega te vermijden. In februari 2022 bleek echter dat deze maatregelen niet voldoende waren om de spanningen weg te nemen.

Pogingen van Inholland om het conflict te beslechten bleven vruchteloos, voornamelijk vanwege de weigering van de werknemer om constructief mee te werken. In plaats van te reflecteren op zijn gedrag, reageerde de werknemer op een defensieve manier en gaf hij geen ruimte voor dialoog. Dit resulteerde in een gestaag verslechterende arbeidsverhouding, ondanks een eerder mediationtraject dat geen oplossing bood.

Een onderzoek uitgevoerd door Bezemer & Schubad concludeerde dat de klachten tegen een leidinggevende ongegrond waren, maar ook dat de werknemer 'vermoedelijk af en toe op de rand van grensoverschrijdend gedrag handelt'. De werknemer was echter niet tevreden met deze bevindingen en liet twee contra-expertises uitvoeren die kritisch waren op het oorspronkelijke rapport. Dit leidde tot een verdere escalatie van het conflict, waarna de werknemer zich ziek meldde en een klacht indiende bij het Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC). Bovendien loopt er momenteel een rechtszaak bij de handelsrechter in Amsterdam vanwege vermeende schending van privacyrechten onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

De kantonrechter oordeelde dat de verhoudingen tussen Inholland en de werknemer onherstelbaar beschadigd waren. Hoewel er kritiek was op de aanpak van Inholland in het begin, werd geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van de hogeschool vastgesteld. Daarentegen werd de werknemer, ondanks zijn aandeel in de verstoring, niet als ernstig verwijtbaar beschouwd. De werknemer handelde niet uit kwade wil, maar uit een sterk en ongegrond geloof in zijn eigen gelijk.

De gerechtelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst resulteerde in de toekenning van een transitievergoeding van € 15.555,90 bruto aan de werknemer.

Dit voorval benadrukt het belang van constructieve communicatie en samenwerking op de werkvloer, vooral bij gevoelige kwesties zoals klachten over grensoverschrijdend gedrag. Tevens illustreert het de juridische implicaties van een verstoorde arbeidsrelatie en de mogelijke gevolgen voor werkgevers en werknemers.

Link naar de uitspraak:https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:4548

Problemen met een verstoorde arbeidsverhouding, neem dan contact met ons op!

Neem contact op