Re-integratieverplichtingen Geschonden: Werknemer Ontvangt Geen Schadevergoeding van Werkgever

Een recente gerechtelijke uitspraak heeft duidelijkheid gebracht over de vraag of een werknemer recht heeft op schadevergoeding wegens vermeende schending van re-integratieverplichtingen door de werkgever. De zaak betreft een werknemer die beweerde dat zijn werkgever, T-Mobile, in gebreke was gebleven bij het nakomen van de verplichtingen omtrent re-integratie nadat hij zich had ziek gemeld vanwege psychische klachten.

De werknemer, die dienst deed bij zowel uitzendbureau Maandag als T-Mobile, had te maken gehad met een traumatische overval in 2014, wat leidde tot aanhoudende psychische klachten. Na zijn ziekmelding op 3 juni 2015 bij T-Mobile, bleek het lastig om contact met hem te krijgen. Na diverse ontwikkelingen, inclusief wijzigingen in zijn werklocatie en medische beoordelingen, besloot het UWV dat de re-integratie-inspanningen van T-Mobile niet aan een toetsing onderworpen zouden worden.

De werknemer beweerde dat T-Mobile haar verplichtingen omtrent re-integratie had geschonden, wat tot schade aan zijn kant zou hebben geleid. Ondanks zijn aantijgingen oordeelde het gerechtshof echter anders. Het hof stelde dat de argumenten van de werknemer niet afdoende waren onderbouwd en dat er geen duidelijk oorzakelijk verband kon worden vastgesteld tussen de beweerde schendingen door T-Mobile en de geclaimde schade.

Hoewel het hof erkende dat T-Mobile inderdaad nalatig was geweest in haar re-integratieverplichtingen, betoogde het dat de werknemer niet afdoende had kunnen bewijzen dat deze tekortkomingen direct hadden geleid tot de geclaimde schade. Bovendien stelde het hof vast dat er ontoereikend bewijs was dat de beweerde schade daadwerkelijk was geleden.

Deze zaak benadrukt het belang van een helder oorzakelijk verband tussen beweerde schendingen van werknemersrechten door de werkgever en de daadwerkelijke geleden schade. Het hof concludeerde dat de werknemer er niet in was geslaagd om dit verband afdoende te bewijzen, en daarom werd zijn verzoek tot schadevergoeding afgewezen.

Het oordeel van het hof laat tevens zien dat het niet alleen gaat om het vaststellen van schendingen van rechten, maar ook om het aantonen van de directe impact van dergelijke schendingen op de geleden schade. Hierdoor zal de zaak niet worden doorverwezen naar een schadestaatprocedure.

Link naar de uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:GHDHA:2023:1573

Soortgelijke problemen? Neem dan contact met ons op!

Neem contact op